De Phillipscurve

In 2010 startten de eerste leerlingen met het programma ‘Teulings’. Vijf jaar later was het examenprogramma nog steeds niet af. Met een enkel zinnetje werd dit probleem in de syllabus opgelost: “Voorlopig zullen in het centraal examen geen opgaven worden geconstrueerd die in hun geheel de kandidaten een macro-economisch onderwerp laten analyseren.” Gevolg: zeer eenzijdige, micro-economisch georiënteerde eindexamens (zie bijvoorbeeld vwo in 2014 en 2015), gefrustreerde docenten en leerlingen en een deuk in de reputatie en geloofwaardigheid van het vak economie. 

In september 2015 publiceerde het College voor Toetsen en Examens (CvTE) eindelijk de syllabus voor het examen 2017, inclusief een uitwerking van de macro-domeinen. Er is veel kritiek op de invoering van de nieuwe syllabus. In het Tijdschrift voor het Economisch Onderwijs (TEO) wordt er de laatste tijd flink met modder gegooid richting het CvTE. Helaas blijven hierdoor andere aspecten onderbelicht in de syllabus-discussie. In de voorjaarseditie van Factor D, het tijdschrift van de Landelijke Werkgroep Economie Onderwijs (LWEO), schrijft Henk Douna van Cumulus hier een uitgebreid(er) stuk over.

Als we af moeten gaan op artikelen in de recente edities van TEO, lijkt de kritiek zich vooral te richten op het opnemen van de Phillipscurve in het vwo-programma. Zo’n 1-2% van het totale programma, in de vorm van twee eindtermen:

2.3 Phillipscurve en de korte-termijn afruil tussen inflatie en werkloosheid in relatie tot hoogconjunctuur en laagconjunctuur
2.4 de mogelijkheden en beperkingen van het gebruik en toepassing van de Phillipscurve

In het januarinummer van TEO schrijft de sectie Algemene Economie van de VECON:

“De meest kritische vragen, alle uitvoerig onderbouwd, gaan over slechts twee clusters nieuwe eindtermen op het vwo: over het ‘model’ van de korte termijn Phillipscurve en ‘NAIRU’. Kan dat ‘model’ van de korte termijn Phillipscurve eenduidig worden omschreven, zoals de leerlingen die moeten uitleggen en toepassen? Wat wordt bijvoorbeeld onder die ‘afruil’ verstaan? En, vooral belangrijk voor de vakdidactisch vereiste onderwijstijd: waar houdt (het wetenschappelijke verhaal van) de korte termijn op, en waar begint de lange termijn? Hoe moet de curieuze eindterm I. 2.3 worden begrepen? Kan het CvTE al die mogelijkheden en beperkingen van het gebruik en toepassing van die curve expliciet beschrijven? Die kennis is toch gewoonweg nodig om kandidaten goed op hun examen te kunnen voorbereiden?”

Het CvTE heeft eind februari een tipje van de sluier opgelicht door voorbeeldopgaven Phillipscurve te publiceren. Begrippen als kortetermijn-Phillipscurve, langetermijn-Phillipscurve, NAIRU en liquiditeitsval komen aan de orde. 

De inhoud en het niveau van de opgaven sluit prima aan bij de lessen in Cumulus en biedt bovendien aanknopingspunten om de lessen verder te verbeteren. In april verschijnen de verbeterde lessen en opgaven. Heb je zelf nog ideeën of suggesties? Geef ze door aan de Cumulus redactie.

Nog geen toegang tot Cumulus? Meld je nu aan voor een gratis proefperiode!

Share