Bijscholing Bedrijfseconomie #1: Financiële zelfredzaamheid

Op 1 augustus 2018 start het nieuwe programma bedrijfseconomie voor havo en vwo. Deze week beginnen de nascholingsbijeenkomsten voor docenten, georganiseerd door het Landelijk Expertisecentrum voor Economie en Handel. De vierdaagse cursussen (in Zwolle, Eindhoven en Amsterdam) zijn volledig volgeboekt, de verwachtingen zijn hooggespannen.

Docenten zullen ook zelf aan de slag moeten, vooral voor de nieuwe onderwerpen in het examenprogramma. Cumulus start daarom deze week met ‘Bijscholing Bedrijfseconomie’, een serie blogposts over de nieuwe onderwerpen in het examenprogramma, met lesideeën, leestips en (af en toe) huiswerk. Want er moet ook gewerkt worden. Dat vertellen we onze leerlingen toch ook altijd?

Financiële zelfredzaamheid

In het vak bedrijfseconomie volgen we een persoon die eerst zijn persoonlijke financiën op orde brengt, vervolgens een eigen onderneming start en uiteindelijk de onderneming naar de beurs brengt. Een logische verhaallijn. We beginnen deze week met het fundament van het nieuwe examenprogramma: financiële zelfredzaamheid.

In de september editie van het Tijdschrift voor het Economisch Onderwijs is lerarenopleider Hans Goudsmit kritisch over de uitwerking van het thema financiële zelfredzaamheid in de syllabus. We zijn nog niet begonnen of de eerste kritiek zwelt al aan. Gelukkig stelt Goudsmit dat het NIBUD “een uitgewerkt concept op de plank [heeft] liggen …. en zij zijn bereid gevonden om tijdens de nascholing Bedrijfseconomie hun uitwerking met ons te delen.

Wat zegt het NIBUD over financiële zelfredzaamheid?

Iemand is financieel zelfredzaam wanneer hij weloverwogen keuzes maakt, zodanig dat zijn financiën in balans zijn op zowel korte als op lange termijn”, aldus het NIBUD. Welke vaardigheden heb je volgens het NIBUD nodig om financieel zelfredzaam te zijn?

1. In kaart brengen: de consument beschikt over een overzicht dat inzicht geeft in de mogelijkheden om zijn financiën in balans te houden.

2. Verantwoord besteden: de consument besteedt zijn inkomsten zodanig dat zijn huishoudfinanciën op de korte termijn in balans zijn.

3. Vooruit kijken: de consument realiseert zich dat wensen en gebeurtenissen op de middellange en lange termijn financiële gevolgen hebben en stemt zijn huidige bestedingen hierop af.

4. Bewust financiële producten kiezen: de consument kiest financiële producten op basis van budgettaire overwegingen en passend bij zijn persoon en persoonlijke huishoudsituatie.

5. Over voldoende kennis beschikken: de consument beschikt over alle relevante kennis om zijn huishoudfinanciën op de korte, middellange en lange termijn in balans te brengen en te houden.

Een redelijk complexe combinatie van kennis en vaardigheden dus. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) stelt in de publicatie Eigen schuld? uit 2016 dat de overheid de financiële zelfredzaamheid van burgers overschat. Een belangrijke reden: er wordt te weinig rekening gehouden met de psychologie van mensen. “Zowel de wetenschappelijke literatuur als eigen WRR-onderzoek laten zien dat mensen met een vermijdend karakter en mensen met weinig zelfcontrole een beduidend grotere kans lopen op financiële problemen. Ze zijn eerder geneigd problemen te ontkennen, teveel geld uit te geven en niet op tijd maatregelen te nemen. Deze persoonlijkheidskenmerken zijn voor een deel erfelijk bepaald. Sommige mensen hebben dus ‘van nature’ meer kans op financiële problemen dan anderen.

Dat gaan wij in de klas in ieder geval niet oplossen.

De WRR stelt verder: “Ook blijkt uit onderzoek dat stress en armoede een negatieve invloed hebben. Als gevolg van stress en armoede denken mensen minder lang over beslissingen na, laten zij zich sterker leiden door de acute problemen van het moment, en wordt hun zelfcontrole minder. Problematische schulden zijn natuurlijk bij uitstek een bron van armoede en stress. Dus juist op het moment dat het extra belangrijk is geen domme dingen te doen, gaan psychologische mechanismen spelen die het moeilijker maken verstandige financiële besluiten te nemen en de lange termijn voor ogen te houden. Zo kan een neerwaartse spiraal ontstaan.Wie altijd over geld tobt, kan niet meer denken, aldus een artikel in de NRC (leestip voor de in klas).

Financiële zelfredzaamheid in de klas

We staan dus voor een stevige uitdaging: onze leerlingen in twee of drie schooljaren (een beetje) financieel zelfredzaam maken! Hoe pakken we dat aan in de lessen bedrijfseconomie? Het zal geen verrassing zijn: een combinatie van vaardigheden ontwikkelen (NIBUD’s punten 1, 3 en in mindere mate 2) en kennis overdragen (de punten 4 en 5 van het NIBUD).

De vaardigheden zijn duidelijk gedefinieerd in de syllabus bedrijfseconomie: van informatievaardigheden, redeneren en wiskundige / rekenkundige vaardigheden tot communiceren en reflecteren op leren. Het verder ontwikkelen van deze vaardigheden beperkt zich niet tot het thema financiële zelfredzaamheid maar strekt zich uit over alle thema’s van het nieuwe examenprogramma en is een continu (en lang) proces.

Het NIBUD biedt met haar eerste punt “in kaart brengen” in ieder geval een mooi startpunt voor financiële zelfredzaamheid: een overzicht maken dat inzicht geeft in de mogelijkheden om de financiën in balans te houden. Een (kleine) les die we onze leerlingen mee kunnen geven: orde scheppen in de financiële situatie (of: chaos) van een gemiddeld gezin. Een gezin (geregistreerde partners) met twee (zzp-)inkomens, een lineaire hypotheek, een doorlopend krediet en DUO-studieschuld, een spaarrekening en -deposito, verschillende verzekeringen, een erfenis van een tante en schenkingen van ouders, beleggingen via het pensioenfonds en een waslijst aan maandelijkse uitgaven. Hoe pak je dat aan?

Aan de hand van het overzicht van de persoonlijke financiën kan vervolgens flink wat kennis worden overgedragen, feitelijk de punten 4 en 5 waar het NIBUD op hamert. Ook hier komen natuurlijk veel vakspecifieke vaardigheden bij kijken. De vakvernieuwingscommissie en de syllabuscommissie hebben op dit punt goed werk geleverd: de onderwerpen zijn duidelijk afgebakend en tot op begripsniveau gedefinieerd. Voor het thema financiële zelfredzaamheid betekent dit het volgende:

1. Lenen: naast consumptief krediet komen de aflossingsvrije hypotheek, de lineaire hypotheek en de annuïteitenhypotheek aan de orde (allemaal bekend uit het huidige programma). Nieuw is de vergelijking tussen het kopen en huren van een woning.

2. Sparen: een bekend onderwerp met veel rekenwerk. Eindwaarde en contante waarde, van één bedrag en van een reeks bedragen (vwo).

3. Beleggen (alleen vwo): dit is een nieuw en pittig vwo onderwerp geworden (was dat de bedoeling van de syllabuscommissie?), waarbij vooral veel tijd zal worden besteed aan het kopen en schrijven van opties. Het biedt een mooi aanknopingspunt voor een beleggingssimulatie met opties die verder gaat dan bijvoorbeeld scholenstrijd.nl waar je (op dit moment) alleen kunt beleggen in aandelen, ETF’s en beleggingsfondsen.

4. Samenleven: een gloednieuw onderwerp in het nieuwe examenprogramma dat bestaat uit vier delen: trouwen, scheiden, erven en schenken. Heel interessant – ook voor leerlingen – maar wel flink gevuld met begrippen en bijbehorende definities.

In de komende twee blogposts gaan we in op de twee nieuwe onderwerpen binnen het thema financiële zelfredzaamheid: beleggen (en in het bijzonder het kopen en schrijven van call en put opties) en samenleven.

Zoals altijd zijn we benieuwd naar reacties op dit blog. Reageer onder ‘comments’!


Over Cumulus

Cumulus combineert de kracht van digitaal en papier in nieuwe lesmethodes economie en bedrijfseconomie. We onderscheiden ons op vijf belangrijke punten van de traditionele educatieve uitgeverijen.

#1: Je kunt alle inhoud downloaden, bewerken en delen binnen de school

Een goede lesmethode helpt docenten om betere lessen te geven, stimuleert het uitwisselen van kennis en ervaring, en geeft de docent de vrijheid om alle inhoud naar eigen inzicht aan te passen. Docenten kunnen daarom alle Cumulus inhoud downloaden en bewerken.

#2: Je profiteert van de bijdragen van andere docenten en de continue doorontwikkeling van platform en inhoud

Een lesmethode is nooit af. De actualiteit haalt voorbeelden in, de syllabus wordt aangepast, docenten bedenken mooie, nieuwe lesideeën. Cumulus is daarom continu in ontwikkeling.

Als docent kun je via het platform feedback geven of aanvullingen leveren op al het lesmateriaal. Samen met de redactie worden deze suggesties en verbeteringen verwerkt, wekelijks verschijnen er updates aan het lesmateriaal.

#3: Je werkt met een slimme combinatie van digitaal en papier

Cumulus combineert het beste van digitaal en papier. Digitaal heeft veel voordelen: je profiteert van de continue doorontwikkeling van inhoud en platform, je kunt eenvoudig alle inhoud bewerken en delen, jij en jouw leerlingen hebben thuis en op school toegang via alle apparaten, je betaalt slechts € 7,- per leerling per jaar.

Voor (diepe) verwerking van de leerstof is en blijft papier nodig. Dat hoeven we aan docenten niet uit te leggen. Een leerling moet complexe, grote opgaven op papier maken, moet de belangrijkste theorie van papier kunnen lezen, moet informatie kunnen onderstrepen, moet kennis er bij kunnen schrijven. Cumulus biedt daarom drie belangrijke documenten op papier aan: het werkboek, Supersamengevat en toetsen. Docenten kunnen het werkboek en Supersamengevat zelf afdrukken of bestellen via de print-on-demand service.

#4: Jij en jouw leerlingen hebben toegang via alle devices, thuis en op school

Cumulus is ‘responsive’ gebouwd. Dit houdt in dat elk apparaat (desktop, laptop, tablet, smartphone) de inhoud goed kan weergeven. Voor het gebruik in de klas raden we aan een beamer of smartboard te gebruiken.

Cumulus bevat mooie opdrachten waarbij een desktop, tablet of smartphone gebruikt moet worden maar wij zijn geen voorstander van structureel gebruik van tablets / smartphones door leerlingen in de les. Als er gewerkt wordt in de les, is dat vaak in het werkboek, op papier. De kracht zit natuurlijk in de afwisseling van digitaal en papier.

#5: Je betaalt slechts € 7,- per leerling per jaar

Ra, ra, ra, waarom kost een lesmethode gemiddeld € 25 – 30 per jaar? We schreven daar eerder een uitgebreid stuk over. Cumulus doet het anders. Docenten en vaksecties moeten vrij zijn in het kiezen van vernieuwend en actueel lesmateriaal. Cumulus bedrijfseconomie is een complete, zelfstandige lesmethode maar kan ook eenvoudig naast een bestaande printmethode worden gebruikt. De prijs mag hierbij geen beperking zijn.

Meld je aan!

De ontwikkeling van Cumulus bedrijfseconomie is in volle gang. Oordeel zelf en probeer nu de gratis demo op cumulus.co. Op blog.cumulus.co houden wij je op de hoogte van de laatste ontwikkelingen.

Share