Bijscholing Bedrijfseconomie #2: Beleggen

Op 1 augustus 2018 start het nieuwe programma bedrijfseconomie voor havo en vwo. ‘Bijscholing Bedrijfseconomie’ is een serie blogposts over de nieuwe onderwerpen in het examenprogramma, met lesideeën, leestips en (af en toe) huiswerk. In deel 2 gaan we in op beleggen, een grote verandering in het examenprogramma (vwo).

Veel vorm, te weinig inhoud

Vorige week startte de tweede ronde van de nascholingsbijeenkomsten bedrijfseconomie. De eerste bijeenkomsten in Zwolle, Eindhoven en Amsterdam hadden als thema ‘Financiële zelfredzaamheid’. Hoewel de workshops inspirerend waren, was “veel vorm, te weinig inhoud” een terugkerende reactie van de cursisten. Er was veel aandacht voor activerende werkvormen zoals een debat, rollenspel en groepsopdracht en te weinig voor de nieuwe vakinhoud. De docenten bleven daardoor met vragen zitten. Wat gaat er nu precies veranderen in het nieuwe programma? Welke kennis moet ik zelf bijspijkeren voordat ik met de lessen begin? En hoe kan ik dat het beste doen?

Wie verzorgt de vakinhoud?

De vraag is wie deze taak op zich neemt. Moet de docent het zelf maar uitzoeken? Het lijkt er voorlopig op dat de nascholingsbijeenkomsten deze vakinhoudelijke taak niet volledig gaan vervullen. En misschien is dat ook wel een onmogelijke opgave.

Vanuit de VECON horen we helaas ook weinig over de nieuwe vakinhoud. In de laatste editie van het Tijdschrift voor het Economisch Onderwijs stond geen enkel inhoudelijk artikel over het nieuwe examenprogramma.

Blijft over: de schrijvers van de lesmethodes. Zij kennen het nieuwe examenprogramma het beste en kunnen dus ook een belangrijke rol vervullen in de voorlichting.

Nieuwe onderwerpen: beleggen en samenleven

We schreven eerder dat het thema financiële zelfredzaamheid uit vier belangrijke onderwerpen bestaat:

1. Lenen: naast consumptief krediet komen de lineaire hypotheek en de annuïteitenhypotheek aan de orde (allemaal bekend uit het huidige programma). Nieuw is de vergelijking tussen het kopen en huren van een woning.

2. Sparen: een bekend onderwerp met veel rekenwerk: eindwaarde en contante waarde, van één bedrag en van een reeks bedragen (vwo).

3. Beleggen: voor havo blijft dit onderwerp beperkt tot een aantal algemene eindtermen. Voor vwo is dit een nieuw en pittig onderwerp geworden, waarbij vooral veel tijd zal worden besteed aan het kopen en schrijven van call en put opties.

4. Samenleven: een gloednieuw onderwerp in het nieuwe examenprogramma dat bestaat uit vier delen: trouwen, scheiden, erven en schenken.

In dit blog besteden we aandacht aan beleggen.

Beleggen (havo)

In domein B staan voor havo de volgende eindtermen met betrekking tot beleggen:

  • 11.2.12 de vermogenstitels waarin belegd kan worden zoals aandelen, obligaties en beleggingsfondsen noemen.
  • 11.2.13 de verschillen in risico en rendement tussen de vermogenstitels uitleggen.

In de nieuwe syllabi worden daarnaast per onderwerp de “belangrijkste begrippen” genoemd. Voor beleggen betekent dit: aandelen, obligaties, beleggingsfondsen en de effectenbeurs.

De inhoud die wordt gevraagd is dus zeer beperkt en kan prima worden behandeld in de bredere context van bijvoorbeeld de verplichte spaarvorm van het bedrijfspensioen (eindterm 11.2.10). In de lessen in onze gratis demo zie je hoe je dat kunt aanpakken.

Beleggen (vwo)

In domein B staan voor vwo de volgende eindtermen met betrekking tot beleggen:

  • 11.2.13 de vermogenstitels waarin belegd kan worden noemen.
  • 11.2.14 de verschillen in risico en rendement tussen de vermogenstitels analyseren.

De verschillen met havo lijken minimaal maar het handelingswerkwoord ‘analyseren’ is van een andere orde dan ‘uitleggen’. De belangrijkste begrippen die genoemd worden zijn: vermogenstitels, aandelen, obligaties, beleggingsfondsen, effectenbeurs, call-opties en put-opties.

Met de laatste twee begrippen ontstaat er een heel groot verschil tussen havo en vwo. Het analyseren van de verschillen in risico en rendement bij call- en put-opties betekent een serieuze verandering in het examenprogramma.

Bovendien wordt er in domein E de volgende eindterm aan toegevoegd: de risico’s van opties en termijncontracten analyseren in relatie tot short posities en long posities (21.13).

Zowel het kopen als schrijven van call en put opties behoren dus tot het vwo examenprogramma.

Call- en put-opties

Wat de leerlingen precies moeten kennen en kunnen heeft het College voor Toetsen en Examens (CvTE) met hulp van het Cito door laten schemeren in de gepubliceerde voorbeeldopgave Pecunia Non Olet. Zowel het kopen als schrijven van call opties komen in deze opgave aan de orde. Er wordt bovendien getekend en gerekend.

Docenten bedrijfseconomie zouden kunnen beginnen met het maken van deze opgave. Maar waarschijnlijk haakt een groot deel af. Hoe zat het ook alweer met de optiepremie, expiratiedatum, uitoefenprijs en koers van het aandeel? En wat was ook alweer het verschil tussen een long call en een short call? Weet je het nog? En kun je het aan jouw leerlingen uitleggen?

Nu zouden we natuurlijk kunnen uitleggen hoe het precies zit maar een droge opsomming van informatie gaat niet helpen. Je moet het doen. Zeggen we dat ook niet altijd tegen onze leerlingen?

In de gratis demo van Cumulus bedrijfseconomie is de inhoud uit het onderwerp ‘beleggen’ voor iedereen beschikbaar. Lessen, bijbehorende opgaven en actuele aanvullingen. We geven je hierbij huiswerk. Maak de volgende opgaven (deze zijn ook opgenomen in het werkboek voor 4 vwo):

1. Een call optie kopen (inclusief Een call optie kopen in een grafiek)

2. Een put optie kopen

3. Een gedekte call optie schrijven

4. Een ongedekte call optie schrijven

5. Een put optie schrijven

De voorbeeldopgave Pecunia Non Olet van het CvTE is tot slot de kers op de taart.

Geef opmerkingen door aan de Cumulus redactie

Heb je na het maken van de opgaven suggesties voor het verder verbeteren van de lessen en opgaven in het onderwerp ‘beleggen’? Geef het door aan de Cumulus redactie. Cumulus is namelijk continu in ontwikkeling. Een lesmethode is nooit af. De actualiteit haalt voorbeelden in, de syllabus wordt aangepast, docenten bedenken mooie, nieuwe lesideeën. Als docent kun je via het platform feedback geven of aanvullingen leveren op al het lesmateriaal. Samen met de redactie worden deze suggesties en verbeteringen verwerkt, wekelijks verschijnen er updates aan het lesmateriaal.

In de volgende blogpost gaan we in op het nieuwe onderwerpen ‘Samenleven’ binnen het thema financiële zelfredzaamheid. Daarna is het thema ‘Ondernemerschap’ aan de beurt.

Zoals altijd zijn we benieuwd naar reacties op dit blog. Reageer onder ‘comments’!


Over Cumulus

Cumulus combineert de kracht van digitaal en papier in nieuwe lesmethodes economie en bedrijfseconomie. We onderscheiden ons op vijf belangrijke punten van de traditionele educatieve uitgeverijen.

#1: Je kunt alle inhoud downloaden, bewerken en delen binnen de school

Een goede lesmethode helpt docenten om betere lessen te geven, stimuleert het uitwisselen van kennis en ervaring, en geeft de docent de vrijheid om alle inhoud naar eigen inzicht aan te passen. Docenten kunnen daarom alle Cumulus inhoud downloaden en bewerken.

#2: Je profiteert van de bijdragen van andere docenten en de continue ontwikkeling van platform en inhoud

Een lesmethode is nooit af. De actualiteit haalt voorbeelden in, de syllabus wordt aangepast, docenten bedenken mooie, nieuwe lesideeën. Cumulus is daarom continu in ontwikkeling.

Als docent kun je via het platform feedback geven of aanvullingen leveren op al het lesmateriaal. Samen met de redactie worden deze suggesties en verbeteringen verwerkt, wekelijks verschijnen er updates aan het lesmateriaal.

#3: Je werkt met een slimme combinatie van digitaal en papier

Cumulus combineert het beste van digitaal en papier. Digitaal heeft veel voordelen: je profiteert van de continue doorontwikkeling van inhoud en platform, je kunt eenvoudig alle inhoud bewerken en delen, jij en jouw leerlingen hebben thuis en op school toegang via alle apparaten, je betaalt slechts € 7,- per leerling per jaar.

Voor (diepe) verwerking van de leerstof is en blijft papier nodig. Dat hoeven we aan docenten niet uit te leggen. Een leerling moet complexe, grote opgaven op papier maken, moet de belangrijkste theorie van papier kunnen lezen, moet informatie kunnen onderstrepen, moet kennis er bij kunnen schrijven. Cumulus biedt daarom drie belangrijke documenten op papier aan: het werkboek, Supersamengevat en toetsen. Docenten kunnen het werkboek en Supersamengevat zelf afdrukken of bestellen via Cumulus.

#4: Jij en jouw leerlingen hebben toegang via alle devices, thuis en op school

Cumulus is ‘responsive’ gebouwd. Dit houdt in dat elk apparaat (desktop, laptop, tablet, smartphone) de inhoud goed kan weergeven. Voor het gebruik in de klas raden we aan een beamer of smartboard te gebruiken.

Cumulus bevat mooie opdrachten waarbij een desktop, tablet of smartphone gebruikt moet worden maar wij zijn geen voorstander van structureel gebruik van tablets / smartphones door leerlingen in de les. Als er gewerkt wordt in de les, is dat vaak in het werkboek, op papier. De kracht zit natuurlijk in de afwisseling van digitaal en papier.

#5: Je betaalt slechts € 7,- per leerling per jaar

Een school ontvangt jaarlijks een bedrag rond de € 300,- per leerling per schooljaar voor schoolboeken. Ra, ra, ra, waarom kost een lesmethode gemiddeld € 25 – 30 per jaar? We schreven daar eerder een uitgebreid stuk over.

Cumulus doet het anders. Docenten en vaksecties moeten vrij zijn in het kiezen van vernieuwend en actueel lesmateriaal. Cumulus bedrijfseconomie is een complete, zelfstandige lesmethode maar kan ook eenvoudig naast een bestaande printmethode worden gebruikt. De prijs mag hierbij geen beperking zijn.

Meld je aan!

De ontwikkeling van Cumulus bedrijfseconomie is in volle gang. Oordeel zelf en probeer nu de gratis demo op cumulus.co. Op blog.cumulus.co houden wij je op de hoogte van de laatste ontwikkelingen.

Share